PROEFLES
Het zoete goud of gif?
Over suiker is veel te doen. Er is namelijk een verschuiving gaande van de algemene opvatting dat suiker toch niet zo goed is als altijd gedacht. De suikerindustrie heeft namelijk heel lang volgehouden dat we als mens suiker nodig hebben. Met name onze hersenen zouden suiker als brandstof gebruiken. [hier]
Het addertje onder het gras in deze discussie zit ‘m in de naam. Suiker is namelijk een verzamelnaam. Een verzamelnaam zoals zeer frequent gebruikt wordt in en door de voedingsindustrie. Suiker is namelijk de wetenschappelijke benaming voor enkelvoudige koolhydraten, waarvan de gangbare tafelsuiker of sacharose er slechts één van is.
Tafelsuiker (sacharose) is een combinatie van 50% glucose, de brandstof van elke cel in ons lichaam en 50% fructose. De suikerindustrie heeft dus voor 50% gelijk! De andere 50% (niet de fructose, maar de uitleg over de noodzaak), waar niet over gesproken wordt, is echter fataal voor de mens. Doordat het leidt tot zeer veel uiteenlopende aandoeningen. Zoveel namelijk, dat Nancy Appleton PhD en G.N. Jacobs, er een boekje over hebben geschreven, “Suicide by Sugar”. [hier]. Dit boekje is het vervolg op “Lick the Sugar Habit”, dat inzicht geeft in hoe suiker de lichaamschemie, het endocriene- en immuunsysteem verwoest met als gevolg een enorm scala aan ziekten en aandoeningen. Aandoeningen en ziektes als hypoglykemie, diabetes, osteoporose, artritis, kanker, hartaandoeningen, hoofdpijn, allergieën, astma, obesitas, parodontitis, tandbederf en meer.
Glucose (of druivensuiker) is een enkelvoudig koolhydraat, dat met weinig energie kan worden opgenomen door het lichaam, en daardoor altijd zal prefereren. In tegenstelling tot fructose, wat eveneens een enkelvoudig koolhydraat is, maar in de lever eerst omgezet moet worden in glucose. Dit kost meer energie dan de opname van glucose, waardoor bij overmatige consumptie van tafelsuiker de fructose in de lever omgezet zal worden in vet (leververvetting). [hier]
Glucose is dus noodzakelijk voor de energievoorziening van de cel en dus belangrijk. Dagelijks is er echter maar een vingerhoedje glucose nodig. Als je dit vergelijkt met de cijfers van de werkelijke consumptie, dan kan een ieder op z’n vingers natellen dat dit fout gaat. Gebruik:
- rond 1800 – ca. 4 pond persoon per jaar. Tafelsuiker was in de tijd kostbaar, daardoor vrijwel alleen beschikbaar voor de adel. De
tafelsuiker werd hoofdzakelijk gemaakt uit suikerriet, verbouwd in overzeese gebiedsdelen. - rond 1900 – ca. 90 pond per persoon per jaar. De industriële revolutie zorgde bij de voedselvoorziening voor grootschalige landbouw. Suikerbieten hadden hun intrede gedaan en de prijs van suiker was aanmerkelijk gedaald.
- rond 2000 – ca. 180 pond per persoon per jaar. Voortschrijdende teeltmethoden, inclusief rassenveredeling hadden gezorgd voor
zeer effectieve landbouwmethodes. Door rassenveredeling is het percentage sacharose toegenomen van 4 gram, wat overeenkomt met één klontje, tot 140 gram, ca. 35 suikerklontjes! [hier]
Je zult het regelmatig tegenkomen is de praktijk, de opvatting dat rietsuiker gezonder zou zijn dan bietsuiker. Dit is een fabeltje. Rietsuiker wordt namelijk op exact dezelfde wijze geproduceerd als bietsuiker. Bovendien wordt er bietsuiker gekleurd om er op deze manier uit te laten zien als rietsuiker.
Het meest schadelijke in het productieproces, is de raffinage. Met het raffinageproces worden alle van nature aanwezige nutriënten verwijderd en met de pulp als veevoer afgevoerd. Als veevoer, omdat iedere veehouder weet, dat als zijn vee niet goed en voedzaam gevoerd wordt, zal het ziek worden! Door grote hoeveelheden tafelsuiker te consumeren, voedt de mens zich dus in feite met een voedingstoffenloos afvalproduct. [hier]
Opvallend, maar triest detail
Sinds dat de consumptie van suiker zo een grote vlucht heeft genomen, is het voorkomen van kanker vertienvoudigd! Van 1 op de 33 personen naar 1 op de 3.
Kanker is overigens een strijd van de individuele cel om te overleven, door zich versneld en ongecontroleerd te gaan delen (woekeren). Gezondheidsrisico’s ontstaan als gevolg van het woekeren.
Verslavend?
Suiker is een stof waar men verslaafd aan kan raken. De reden daarvan is, dat suiker de productie van dopamine stimuleert. Dit is een stof waar we blij van worden en aanzet om er meer van aan te maken.
Bovendien hebben we te maken gehad met een evolutie. Een evolutie in een omgeving waarin het niet vanzelfsprekend was dat je de volgende dag nog leefde. Om te leven is energie noodzakelijk. Onze cellen kunnen deze energie leveren m.b.v. glucose. Glucose afkomstig uit hoogwaardige voeding was in de oudheid niet vanzelfsprekend en zelden gemakkelijk aan te komen.
Daarnaast is het evolutionair bepaald dat dieren (en de mens), een voorkeur hebben voor hoog calorische voeding ongeacht of deze voedzaam is en waar men met zo min mogelijk energie aan kan komen.
Om te overleven waren koolhydraten, vanwege hun snelle opname, dus ideaal. Honing (moeilijk en gevaarlijk) en fruit (seizoengebonden) konden je in leven houden, zodat je tijd en energie had om op zoek te gaan naar betere voeding, met name eiwitten en vetten.
Hierdoor kunnen koolhydraten dus gekwalificeerd worden als overlevingsvoedsel.
Gevolgen
Als gevolg van de consumptie van suiker, wordt het immuunsysteem ca. 5 uur uitgeschakeld, met als gevolg verkoudheid, griep, allergieën, enz. Ook de concentratie en het leervermogen nemen af. Men kan er hyperactief van worden en de agressie neemt toe. Juist zaken welke je zeker een kind niet wilt aandoen en toch geven we hen snoep! Tenslotte krijgt men juist meer trek in zoet en zal snoepen juist gestimuleerd worden als gevolg van een sterk gedaalde bloedsuikerspiegel.
Sterke behoefte aan koolhydraten
Een sterke behoefte aan koolhydraten (b.v. pasta, brood, witte rijst, cruesli, enz.), is vrijwel altijd een signaal dat er niet genoeg eiwitten gegeten worden. Deze behoefte wijst nagenoeg altijd op een vorm van glucose-intolerantie en men is dan op weg naar insulineresistentie (diabetes type 2).
Daarnaast, zolang men een suikerverbrander blijft, zal het lichaam meer geneigd zijn om eiwitten, maar ook vetzuren te verpakken in een laagje suiker.
Het verpakken van eiwitten in suiker brengt een risico met zich mee, nl. versuikering van eiwitten (glycatie), waardoor er plakkaten van versuikerde eiwitten ontstaan. Dit kan leiden tot de beruchte bloedproppen, die een goede doorstroming van het bloed verhinderen en zelfs het risico op hart- en herseninfarcten verhogen.
En er is nog een risico, al dat suiker (glucose) in het bloed veroorzaakt een insulinerespons. Een continue respons van insuline kan vervolgens ook weer leiden tot insulineresistentie.
Bloedsuikerspiegel
Glucose is dus van levensbelang voor het goed functioneren van het lichaam. Glucose is wateroplosbaar, transport in het lichaam vindt daarom plaats via de bloedstroom. Door het consumeren van sacharose bevattende etenswaren,stijgt daarom de bloedsuikerspiegel. Deze stijging wordt gesignaleerd en het lichaam zal dit interpreteren als dat het in actie moet komen, misschien omdat er gevaar dreigt. De alertheid neemt toe. De zintuigen zullen echter geen dreiging waarnemen en het lichaam blijft in rust.
Ons lichaam vindt een hoge bloedsuikerspiegel echter niet prettig en zal een volgende actie ondernemen om te komen tot een verlaging van het glucoseniveau. Insuline wordt aangemaakt. Stel je nu eens voor dat dit niet één, maar meerdere keren per dag gebeurd. Het reageren kost energie, terwijl de onverkwikkelijke oeroude natuurwet luidt: “zuinig met energie”!
Het lichaam zal op een gegeven moment niet langer reageren op de verhoogde glucosespiegel in het bloed, en diabetes type II (“suikerziekte”) ligt op de loer.
Suikeropname
Suiker en/of suikergerelateerde stoffen zijn aanwezig in heel veel producten. Suiker (glucose) wordt door zijn molecuulgrootte zeer snel opgenomen in het bloed, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt. Nu zijn er een aantal factoren bekend welke een invloed hebben op de snelheid van opnemen in het bloed. Dat zijn:
- Koolhydraatsamenstelling
- Fysieke deeltjesgrootte
- Productieproces
- Wijze van bewaren
- Bepaalde reacties (bv. Maillard)
- Snelheid maaglediging
- Concentratie
- Persoonlijk
Vrijwel ieder koolhydraat, wordt met behulp van enzymen afgebroken tot met name glucose. Hoe groter en gecompliceerder het koolhydraatmolecuul, hoe langer het duurt dat de glucose zijn invloed laat gelden op de bloedsuikerspiegel.
Hoe het product dat koolhydraten bevat klaar wordt gemaakt en geconsumeerd, warm, koud of medium. Temperatuur heeft invloed op de opnamesnelheid van de in het product aanwezige koolhydraten.
Tijdens het bakken worden voedingsmiddelen bruin en dit bruinen wordt de maillardreactie genoemd. Het bruinen is een chemische reactie tussen reducerende suikers (omzetten naar glucose) en aminozuren (bouwstenen van eiwitten). Omdat er altijd wel eiwitten en suikers aanwezig zijn in ingrediënten, bedrijft iedere kok onwillekeurig maillard-chemie. In principe verloopt de maillardreactie op iedere temperatuur, maar hoe lager de temperatuur hoe langzamer de reactie verloopt.
Verblijft voedsel langer in de maag, dan zullen de aanwezige suikers vanzelfsprekend minder snel in het bloed belanden en zodoende de suikerspiegel verhogen.
Is een product suikerrijk, er worden levensmiddelen verkocht welke voor 50 tot 70% uit suiker of suikerafgeleiden bestaan [hier], dan zal vanzelfsprekend de bloedsuikerspiegel ook een grotere stijging en daarna een sterke daling vertonen.
Uiteindelijk speelt ook een stukje genetische code een rol in de schommeling van de bloedsuikerniveau’s. Dit kan of erfelijk bepaald zijn of het gevolg zijn van een mutatie.
De opname van suiker in het bloed wordt verder nog beïnvloed door:
- Eiwitten, vetten en vezels vertragen de opname. De keuze van maaltijdsamenstelling is daarmee uitermate belangrijk.
- Sporten na maaltijd vertraagd de opname van suikers. Voor de inspanning is energie nodig. Deze kan geleverd worden door de aanwezige suikers. De energie voortkomend uit suiker is echter kortdurend en zorgt voor bloedsuikerschommelingen.
- Zout versnelt de opname van suiker. Dit is dan ook de reden waarom bij recepten waarin suiker moet worden toegevoegd, er ook altijd zout bij gevraagd wordt. De bloedsuikerspiegel is er echter minder blij mee.
- Drinken bij maaltijd versnelt de suikeropname. Door te drinken bij de maaltijd, wordt het maagzuur verdunt. De zuurgraad wordt daardoor verhoogd en de maaglediging versnelt. Suiker komt daardoor sneller in de darmen en wordt daardoor dus sneller opgenomen.
- daardoor dus sneller opgenomen.
Alfaliponzuur (een zwavelhoudend vetzuur en breedspectrum antioxidant, aanwezig in ieder cel) bevordert de omzetting tot energie.
Suikerstofwisseling
Voor de opname/verwerking van suiker zijn een aantal mineralen essentieel. Omdat deze niet in standaard tafelsuiker aanwezig zijn, zal het lichaam zich dus moeten behelpen met aanwezige voorraden elders. De voornaamste opslagplaats zijn de botten welke ons skelet vormen. Chronisch veel suiker consumeren kan daarom leiden op termijn tot botontkalking en osteoporose.
Mineralen welke van belang zijn:
- Chroom – mager vlees, varkensnier, asperges, kaas, melasse, biergist en volle granen
- Vanadium – schelpdieren, paddenstoelen, dille, peterselie, wijn, bier en volkoren producten
- Magnesium – spinazie, Lima bonen, amandelen, hazelnoten, haverzemelen, bruine rijst en Keltisch zeezout
- Mangaan – (blad)groenten, peulvruchten (erwten),fruit, vlees, vis (forel), noten en zaden
- Zink – rundvlees, varkensvlees, oesters, kreeft, yoghurt, kikkererwten, amandelen en havermout
Een verlangen naar zoet kan daarom wijzen op een mineralentekort! [hier]
Misschien van mening dat de consumptie van suiker in Nederland meevalt? Op jaarbasis wordt er alleen al in Nederland ca. 1.500.000.000 kilo suiker per jaar geconsumeerd.
We kunnen dus gerust spreken van een “versuikerde” maatschappij, wat voedselproducenten vervolgens verleidt om suiker aan hun producten toe te voegen. Het bekende “kip en het ei” verhaal. Aangezien financiële belangen zwaar wegen, zullen producenten niet snel overgaan tot een vermindering van de hoeveelheid toegevoegde suikers (denk hierbij aan de vele alternatieve namen). Het initiatief zal dus moeten komen van de consument.